Muizen 101

Muizen zijn kleine, levendige en nieuwsgierige dieren die een verrassend complex leven leiden. Ondanks hun formaat hebben ze grote sociale, fysieke en mentale behoeften. Wie muizen wil adopteren, moet begrijpen dat ze geen “instapdiertjes” zijn, maar groepsdieren met een uitgesproken natuurlijk gedrag. Onderstaande info helpt adoptanten om goed voorbereid te zijn.

Huisvesting

  • Minimaal 75 × 40 × 40 cm voor 4 muizen.

  • Reken +20% per extra muis.

  • Idealiter echter toch minstens 100 x 60 x 60 cm voor 4 tot 6 muizen.

  • Groter is altijd beter: muizen hebben veel ruimte nodig om looppaden te maken en hun energie kwijt te kunnen.

  • Tralieafstand: max. 7 mm (zelfs 8 mm is vaak al ontsnappingsrisico)
  • Goede ventilatie + voldoende structuur = minder stress → minder markeren → minder geur.

 

Muizen zijn van nature groepsdieren en mogen niet alleen worden gehouden. De minimale groepsgrootte is vier muizen, zodat sociale interactie mogelijk is en het risico kleiner wordt dat je op korte termijn weer op zoek moet naar nieuwe groepsleden.

 

In de natuur leven muizen in kolonies in zelf gegraven tunnelsystemen met meerdere kamers. Ze voelen zich pas echt veilig wanneer ze kunnen graven, schuilen, klimmen, foerageren en samenwerken.
Binnenhuisvesting moet daarom niet enkel ruim genoeg zijn, maar ook afgestemd op al deze gedragingen.

 

Wat muizen van nature graag doen:

  • Graven: uitgebreide gangen en kamers maken.

  • Klimmen: dankzij hun staart en sterke nageltjes zijn ze uitstekende klimmers.

  • Foerageren: zoeken, snuffelen, puzzelen en voedsel verzamelen.

  • Samenleven: communiceren, slapen in een nest, spelen en wassen elkaar.

Voeding

Muizen zijn opportunistische alleseters, maar met een duidelijke voorkeur voor zaden. Een gezonde voeding moet variatie én uitdaging bieden.

Wat hoort in een natuurlijk voedingspatroon?

  • Gevarieerde zadenmix (niet éénzijdige korrel).

  • Gedroogde kruiden, bloemen, bladeren.

  • Een kleine hoeveelheid dierlijke eiwitten: gedroogde insecten of meelwormpjes.

  • Kleine porties verse groente.

Waarom geen “complete brok”?

  • Muizen foerageren van nature: ze zoeken, selecteren en verzamelen.

  • Een brok verhindert dit natuurlijke gedrag → verveling, overeten of juist ondereten.

  • Zadenmix laat selectie toe, maar mits goede variatie blijft het dieet volledig en gezond.

Tip:

Verstop voedsel in karton, onder hooi of in voerpuzzels. Dit stimuleert hun brein en voorkomt stress.

Gezondheid & Verzorging

Muizen hebben een snelle stofwisseling en een gevoelig lichaam. Let op kleine signalen — een muis die even stil zit of minder enthousiast eet, kan al zorg nodig hebben.

Belangrijke aandachtspunten:

  • Ademhaling: piepen, knorren of snelle ademhaling wijzen op luchtwegproblemen.

  • Vacht: dof, nat of plukkerig kan duiden op stress of ziekte.

  • Oogjes & neus: rood vocht (porfyrine) is een stress- of ziekte-indicator.

  • Klimmateriaal moet veilig zijn (geen scherpe randen, geen risico op valletsel).

  • Schoonmaken: niet te vaak!

    • Een te steriele omgeving → stress → overmatig markeren → meer geur.

    • Beter: deelschoonmaak zodat geurherkenning blijft.

Samenleven & Sociaal Gedrag

Muizen zijn uitgesproken groepsdieren. Ze vormen hiërarchieën, hebben voorkeuren, communiceren met geur en ultrasone geluiden en slapen altijd samen in een nest.

Richtlijnen:

  • Minstens vier dieren geeft stabiele sociale interactie.

  • Geen muis mag alleen gehouden worden - mannetjes dienen gecastreerd te worden

  • Introduceren van muizen moet voorzichtig gebeuren: neutraal terrein, tijd, observaties.

  • Ruimte en structuur zijn essentieel om spanningen te voorkomen.

  • Een hechte groep voorkomt stress, geurproblemen en agressie.

Verrijking & Beweging

Een goede muizenhuisvesting staat of valt met afwisseling. Muizen hebben een enorme mentale en fysieke drive.

Onmisbare verrijking:

  • Loopwiel ≥ 28–30 cm (kleinere wielen veroorzaken rugproblemen - met gesloten loopoppervlak zonder 'obstakels')

  • Kartonnen dozen, wc-rolletjes, papieren zakken.

  • Wijnranken, appelhout, hazelaar, wilgentakken.

  • Klimtouwen, kurkbruggen, hangmatjes.
  • Verschillende nestmaterialen: hooi, papiersnippers, stro.
  • Voerpuzzels, zoekspelletjes, schuilhuisjes op meerdere niveaus

Richtlijn: verander regelmatig kleine elementen, zodat de muizen telkens iets nieuws te ontdekken hebben.