Huisvesting en Verrijking voor Muizen
Deze pagina is nog in opbouw. Kom snel terug om het eindresultaat te bewonderen !
Bij VZW DUTS vinden we dat elk dier niet enkel voldoende ruimte nodig heeft, maar ook een verrijkte leefomgeving om natuurlijk gedrag te kunnen uiten. Hieronder vind je onze richtlijnen voor muizen:

Minimale afmetingen
-
Minimaal 75 × 40 × 40 cm voor 4 muizen.
-
Reken +20% per extra muis.
-
Idealiter echter toch minstens 100 x 60 x 60 cm voor 4 tot 6 muizen.
-
Groter is altijd beter: muizen hebben veel ruimte nodig om looppaden te maken en hun energie kwijt te kunnen.
Muizen zijn van nature groepsdieren en mogen niet alleen worden gehouden. De minimale groepsgrootte is vier muizen, zodat sociale interactie mogelijk is en het risico kleiner wordt dat je op korte termijn weer op zoek moet naar nieuwe groepsleden.

Extra's muis
- Loopwiel ≥ 28 cm, dicht oppervlak
- Meerdere nest- en schuilmogelijkheden
- Klimtouwen, trapjes, tunnels en wc-rolletjes
- Nestmateriaal (zacht papier, geen katoenwol)
- Verrijking door regelmatig wisselende objecten
- Muizen vertonen instinctief graaf- en tunnelgedrag. Een verblijf moet ruimte bieden om gangen en holen na te bootsen.
- Bodembedekking moet graafvast zijn: bijv. ontstoft houtvezel (zoals allspan / plospan), gemengd met hooi of gehakseld stro.
- Muizen zijn klimmers: takken (wilg, linde, fruitboomtakken), touwen (sisal/jute), en tussenverdiepingen verhogen de leefruimte en uitdaging.
- Hoogte is minder belangrijk dan oppervlakte en overzicht: ze bewegen vaak horizontaal.
-

Ventilatie & Geurcontrole
- Goede ventilatie is cruciaal: onvoldoende luchtcirculatie leidt tot ophoping van urinegeur en schadelijke gassen, wat de luchtwegen van muizen kan belasten.
-
Te vaak verschonen kan juist stress veroorzaken, waardoor muizen gaan markeren (om hun geur te herstellen).
-
Ruimer verblijf vermindert kans op overmatig markeren en maakt minder frequente schoonmaak mogelijk.
-
Bij mannetjes: intacte (ongecastreerde) mannetjes hebben vaak sterkere geurproblemen en zijn moeilijker in groepsverband te huisvesten.
-
Het castreren van mannetjes vóór de 12e week kan bijdragen aan minder geurproblemen en betere groepssamenstelling.

Verblijf verschonen
Een muizenverblijf hoeft niet wekelijks volledig verschoond te worden. Te frequente reiniging kan juist leiden tot meer markeren door muizen, waardoor de geur toeneemt.
Het wegnemen van hun geur prikkelt hen om opnieuw te markeren — wat meer geur kan veroorzaken dan een beslissing om deels te verschonen.
- Klein onderhoud (wekelijks)
-
Verwijder minstens wekelijks de plas‐ en uitwerpselplekken.
-
Controleer welke objecten (huisjes, speeltjes, bakken) toe zijn aan een schoonmaakbeurt.
-
Reinig deze objecten liefst met schoon water. In geval van hardnekkige vervuiling kan milde natuurazijn of (zeer verdunde) groene zeep gebruikt worden — zolang het niet agressief is of sterke restgeuren nalaat.
-
- Gedeeltelijk verschonen (eens in de paar weken)
-
Vervang ongeveer de helft van de bodembedekking en vervang deze door schone bodembedekking.
-
Hoe vaak dit nodig is, hangt af van de grootte van het verblijf en het aantal muizen. Een kleiner verblijf met meer muizen vereist vaker onderhoud.
-
Het voordeel is dat de muizen in het verblijf kunnen blijven tijdens de reiniging, wat stress vermindert.
-
- Volledig verschonen (alleen indien echt nodig)
-
Een volledige schoonmaak (alles vervangen / reinigen) doe je alleen wanneer noodzakelijk – bijvoorbeeld bij parasieten, ziekte, of na hergroepering waarbij je geurvrij moet beginnen.
-
Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, want sterke chemicaliën en geuren kunnen schadelijk zijn voor muizen.
-