Voeding voor Konijnen
Bij VZW DUTS geloven we dat een gezond dier begint bij een evenwichtige voeding. Het juiste dieet zorgt niet alleen voor energie en een sterk lichaam, maar ook voor een goede spijsvertering en het voorkomen van ziektes. Hieronder vind je onze richtlijnen voor een soortspecifieke voeding :

Voedingsoverzicht
- Basis : vers groenvoer (grassen, wilde planten, bladeren, ...) als hoofdbestanddeel.
-
Hoeveelheid : gemiddeld 200–500 g per kg lichaamsgewicht per dag.
-
Hooi moet continu aanwezig zijn (zowel kruid- als grashooi), ter ondersteuning van gebits‐slijtage en darmwerking.
-
Droogvoer : beperkt, als aanvulling, met een hoog vezelgehalte; geen muesli‐mengsels met veel zaden of zoetigheden.
-
Takken / twijgen van veilige bomen als afwisseling en extra foerageermogelijkheid (wilg, fruitboomtakken, etc.)
-
Vermijden / beperken: veel zetmeelrijke groenten, fruit in te grote hoeveelheden (hoog suikergehalte), voeders met veel zetmeel of vetten.
-
Gezonde snacks : één à twee zonnebloempitjes, stukje fruit of knolgroente de grootte van een vingernagel, stukje trosgierst, hun favoriete verse kruiden, kleine hoeveelheid geschikte zadenmix (dus niet met tarwe, gerst of maïs - een halve koffielepel per konijn), een kokosvlok, paardenbloem of andere geschikte bloempjes, ...

Droogvoer
Droogvoer is voor de meeste konijnen niet nodig om gezond te blijven. Integendeel, te veel kan hun tanden, spijsvertering en urinewegen belasten. In sommige situaties kan een beperkte hoeveelheid wél nuttig zijn, bijvoorbeeld bij grotere rassen die moeilijk op gewicht blijven, bij zogende of drachtige voedsters, bij oudere of zieke dieren of in opvangsituaties met heel veel konijnen. Zie het altijd als een kleine aanvulling - ongeveer een eetlepel (20 gram) per konijn - nooit als vervanging van een ruime portie hooi en vers groenvoer (gemiddeld zo'n 200 gram per kilo konijn per dag).
We raden een kwalitatief type aan : zonder granen, additieven, toegevoegde suikers, ...
Om de zoektocht voor jou te vergemakkelijken, kan je onderstaand de huidige vijfsterren-opties vinden :
- Grünhopper Adult
- JR Farm Grainless Herbs
- Grünhopper Purgrün
- AGROBS Pro Kamelid
- AGROBS AlpenGrün Müsli
- AGROBS Alpengrün Mash
- AGROBS Haferwiese Strukturmüsli
- Vitalstyle Soft 'n Fibre
Daar deze moeilijker te vinden zijn in standaard dierenwinkels - wel online of in foeragehandels - vind je hieronder nog enkele opties :
- Versele Laga Cuni Complete
- Versele Laga Cuni Nature
- Konijnendroom Herbs
- JR Farm Grainless Complete
- JR Farm Grainless Mix
- Real Nature Optimal Menu
- Puur Witte Molen Konijn
- Little One Green Valley Konijn
- Science Selective Konijn (deze doet het minder goed in combinatie met groenvoer, omwille van de aanwezigheid van onnatuurlijke bestanddelen)

Zomerdieet
Verzamelde planten dienen zo vers mogelijk aangeboden te worden. Je kunt de schaal het beste in de schaduw zetten, dan blijven ze een dag goed. Na 24 uur dien je deze te verwijderen.
Als je niet dagelijks kan plukken, dan kan je de volgende portie in keukenrol wikkelen en in het groentevak van de koelkast of in een koele kelder bewaren. Bewaar groenvoer nooit samengedrukt, maar spreid het altijd uit op een mooie, luchtige plaats.
Verse weide moet ook langzaam worden geïntroduceerd indien jouw konijnen geen groenvoer gewend zijn. Als de konijnen een gezonde spijsvertering hebben, kan je bijvoorbeeld beginnen met een handvol en de hoeveelheid telkens verhogen.
Konijnen zijn voornamelijk tuk op onkruiden, doch dienen grassen (geen siergrassen) uiteraard ook aanwezig zijn. De ideale ratio bedraagt 50:50 tot 2:1 (grassen : wilde planten). Zorg ook voor een beetje een mix qua 'leeftijd' van de planten. Niet enkel jonge grassen, ook de wat langere, oudere grassen bijvoorbeeld. Let ook op aanwezige plantenziekten zoals meeldauw. Deze wil je uiteraard mijden.
Weidekruiden en grassen kunnen worden geoogst in weilanden en velden, aan akkerranden, op braakliggende gronden, in grindgroeven, op open plekken in bossen en op andere plaatsen die onze natuur biedt. Ook in steden zijn er verzamelplekken: speeltuinen, parken, oudere begraafplaatsen of bosbegraafplaatsen, braakliggende terreinen, achtertuinen, beplante dakterrassen, bouwplaatsen, braakliggende terreinen, braakliggende terreinen langs spoorbanen (niet direct aan de spoordijken, er wordt gesproeid hier !)... Bovendien kun je verse paardenbloemen kopen in Turkse winkels.

Winterdieet
(of indien nog geen 3 weken ingeënt of niet in staat om voldoende en gevarieerd te plukken)
Een gebalanceerd winterdieet bestaat uit vier hoofdcategorieën. Bied idealiter minstens 7 verschillende soorten aan per voerbeurt, en minstens 10 verschillende soorten per dag. Uiteraard mag je meer aanbieden als dat kan !
- Bittersla (witloof, andijvie, radicchio, ...) : 70% per voerbeurt voor binnenkonijnen, 50% voor buitenkonijnen
- Kool (boerenkool, Chinese kool, rucola, ...) : 10% voor binnenkonijnen, 30% voor buitenkonijnen
- Loof (wortelloof, radijsloof, selderloof ...) : 10% voor beiden
- Verse keukenkruiden (peterselie, koriander, ...) : 10% voor beiden
Daarbovenop mag je nog 5% overige bladgroenten aanbieden (bijvoorbeeld Romeinse sla) en 5% overige niet-bladgroenten (bijvoorbeeld wortel, knolselder, bleekselder, ...)
Fruit is louter een snack en dien je maximaal tweemaal per week een stukje ter grootte van een vingertop aan te bieden.
Aangezien bladgroenten niet dezelfde voedingsstoffen bevatten als weide (grassen en wilde planten), kan je dat aanvullen met gedroogde kruiden, bloemen en bladeren. De stelregel hiervoor is maximaal 20 gram gedroogde kruiden per kilo konijn per week.
Welke kies je ? De meesten gaan voor een basis van paardenbloem, weegbree, brandnetel, kamille, ... eventueel aangevuld met extra's afhankelijk van onderliggende gezondheidsproblemen. Kijk naar kwalitatieve, gedroogde kruiden. Je kiest best voor 'grove' stukken, niet zo'n kruiden die tot gruis herleid zijn.

Konijnen Zonder Snijtanden ?
Sommige konijnen gaan door het leven zonder hun snijtanden - bijvoorbeeld door tandafwijkingen, breuken of een noodzakelijke tandextractie bij tandwortelproblemen.
Hoewel dit in het begin wat zielig lijkt, kunnen ze met de juiste aanpassing perfect normaal eten en volwaardig leven.
Belangrijkste aandachtspunten:
-
Snij bladgroenten en kruiden in lange, dunne reepjes.
Zo kunnen ze het makkelijk met hun lippen oppakken en verder naar binnen trekken. -
Hooi aanbieden in los gestrooide porties in plaats van compacte plukken of korven.
Fijn stengeliger hooi (zoals tweede snee) is vaak makkelijker te grijpen. -
Harde groenten of fruit (zoals wortel of appel) kun je raspen of in lange slierten snijden.
-
Let extra op vochtinname: konijnen zonder snijtanden kunnen soms iets morsiger drinken, dus een stabiel, laag waterbakje is veiliger.
-
Controleer het gewicht regelmatig. Ze kunnen iets trager eten, dus hou in de gaten dat ze voldoende binnenkrijgen.
Tip: de meeste konijnen leren verrassend snel hoe ze hun lippen en tong gebruiken om te compenseren.
Binnen enkele dagen eten ze vaak alweer zelfstandig, zolang het voer maar goed is aangepast.

Hooi
Een konijn hoort dag en nacht onbeperkt toegang tot hooi te hebben.
Welke soorten hooi bestaan er ?
Niet elk hooi is hetzelfde. Er zijn verschillende soorten, elk met hun eigen structuur, geur en voedingswaarde.
-
Weidehooi: een mix van grassen en kruiden, het meest natuurlijk en gevarieerd.
-
Timothy hooi: zeer vezelrijk, met grove stengels - uitstekend voor de tanden en darmen.
-
Kruidenhooi: weidehooi verrijkt met geurige kruiden zoals kamille, paardenbloem of brandnetel. Let op dat dit enkel als afwisseling dient, niet als volledige basis.
-
Bergweidehooi of Alpenhooi: afkomstig van bergweides met een rijke variatie aan planten en bloemen. Vaak kwalitatief zeer goed, mits juist gedroogd.
Eerste snee of tweede snee - wat is daar dan het verschil?
-
Eerste snee: dit is de eerste maaibeurt in het voorjaar. Het hooi is wat grover, met meer stengels en vezels - ideaal voor de slijtage van de tanden en gezonde darmen.
-
Tweede snee: fijner, zachter en vaak iets groener. Het is voedzamer en wordt vaak graag gegeten door dieren die moeite hebben met kauwen of wat moeten aansterken.
-
In de praktijk is een goede mix van beide vaak het meest geschikt.
Waar let je op bij aankoop van hooi?
Goed hooi herken je aan:
- een frisse, natuurlijke geur (niet muf of schimmelig!)
- een groene kleur (niet grauw, geel of stoffig)
- een droge, luchtige structuur, zonder vochtplekken of klonten
- geen stof, schimmel of vreemde bijmenging
Ruikt het muf of naar vochtige kelder? Dan is het mogelijk beschimmeld — zeker niet voeren!
Bewaren van hooi
Hooi verliest na verloop van tijd langzaam geur, smaak en voedingswaarde.
Bewaar het daarom:
-
droog en goed verlucht, maar uit direct zonlicht;
-
niet in afgesloten plastic zakken (dat bevordert schimmelvorming);
-
in een hooiruif of mand waar het luchtig kan blijven liggen;
-
niet te dicht bij de vloer, zeker niet op koude of vochtige plekken.
Gebruik bij voorkeur hooi dat niet ouder is dan 6 tot 9 maanden na de oogst.
Variatie maakt het aantrekkelijk
Je kunt het hooi verrijken met wat gedroogde bloemen of aromatische kruiden (zoals kamille, weegbree of korenbloem). Dat stimuleert het eetgedrag en maakt het hooi aantrekkelijker — vooral voor kieskeurige dieren of herstellende zieken.
De waarheid over “hooi als hoofdvoer”
Hooi is niet bedoeld als volledig hoofdvoer, maar als onderdeel van een natuurlijk, vezelrijk dieet.
Het is absoluut belangrijk — maar het mag vers groenvoer nooit vervangen.
Kaninchenwiese stelt het zo:
“Hooi is belangrijk als ruwvoer, maar hoort slechts een aanvulling te zijn op vers voer. Een uitsluitend hooigebaseerde voeding is te droog en te eenzijdig, en leidt op termijn tot gebits- en spijsverteringsproblemen.”
Waarom?
-
Hooi is te droog – het bevat nauwelijks vocht, waardoor de darmen te weinig gehydrateerd worden.
-
Te harde, vezelarme structuren kunnen voor onnatuurlijke tandslijtage zorgen, omdat konijnen en cavia’s van nature zachte, sappige planten eten.
-
Weinig secundaire plantstoffen – de antioxidanten, bitterstoffen en etherische oliën die in verse kruiden en grassen zitten, verdwijnen grotendeels bij het drogen.
-
Te weinig variatie – enkel hooi voeren beperkt de diversiteit aan vezeltypes en voedingsstoffen, essentieel voor een gezonde darmflora.
👉 Hooi blijft dus een waardevolle aanvulling - het ondersteunt de tand- en darmgezondheid, maar het hoort naast vers groenvoer gevoerd te worden, niet in plaats van.

Gedroogde Kruiden
Gedroogde kruiden, bladeren en bloemen kunnen een waardevolle aanvulling zijn op het dagelijkse menu van konijnen en cavia’s. Ze bevatten natuurlijke stoffen die de spijsvertering ondersteunen, het immuunsysteem versterken en zorgen voor extra variatie.
Gedroogde kruiden zijn geen vervanging voor vers groenvoer, maar een aanvulling. Vooral in periodes waarin er minder vers plukvoer beschikbaar is (zoals in de winter), kunnen ze helpen om de voeding gevarieerd te houden.
Richtlijn: ongeveer 20 gram gedroogde kruiden per kilogram lichaamsgewicht per week.
Verdeel dit over meerdere kleine porties, zodat de dieren het rustig kunnen opnemen en hun spijsvertering in balans blijft.
Kies voor natuurlijke, veilige planten die ook in hun wild dieet voorkomen, zoals:
paardenbloemblad, smalle weegbree, brandnetel, klaver, kamille, kaasjeskruid, goudsbloem, frambozenblad, …
Gebruik bij voorkeur biologische kwaliteit zonder toegevoegde aroma’s of kleurstoffen.
-
Geef nooit kruiden die beschimmeld, verkleurd of muf ruiken.
-
Vermijd te fijn verpulverde kruiden (stof): dieren moeten goed kunnen kauwen voor een gezonde gebitsslijtage.
-
Bied altijd voldoende vers groenvoer aan naast het gedroogde; kruiden bevatten zelf nauwelijks vocht.
-
Gebruik krachtige kruiden (zoals salie, tijm of rozemarijn) enkel met mate of tijdelijk, bijvoorbeeld bij verkoudheid of spijsverteringsproblemen.

Zadenmix
Naast hooi, vers groenvoer en gedroogde kruiden kun je ook zaden aanbieden als waardevolle aanvulling. Zaden leveren natuurlijke vetten, mineralen en sporenelementen, en stimuleren bovendien natuurlijk foerageergedrag.
Omdat ze echter erg energierijk zijn, geef je ze altijd met mate en niet dagelijks in grote hoeveelheden.
Soorten zaden
Zaden kunnen in drie hoofdcategorieën worden verdeeld:
-
Meelhoudende zaden – bevatten veel zetmeel (zoals haver, gerst, tarwe, gierst). Geef deze enkel in kleine hoeveelheden of helemaal niet bij gevoelige dieren, want ze kunnen de spijsvertering belasten.
-
Oliehoudende zaden – bevatten gezonde vetten en zijn ideaal voor dieren die moeten aansterken of moeilijk op gewicht blijven (zoals lijnzaad, sesam, mariadistelzaad).
-
Aromatische zaden – hebben een kruidige smaak en ondersteunen o.a. de spijsvertering (zoals venkelzaad, anijs, karwij).
Dosering: één à tweemaal per week een halve theelepel zaden per binnenkonijn, liefst minder. Bij buitenkonijnen of als extra (bijvoorbeeld bij ziekte), mag dat omhoog naar een halve eetlepel per dag per konijn.
Bij dieren met overgewicht, blaasproblemen of trage spijsvertering kun je beter zaden beperken of enkel oliehoudende kiezen.
Geschikte zaden voor konijnen & cavia’s
Hieronder vind je voorbeelden van veilige en nuttige zaden.
🍀 Oliehoudende zaden
-
Lijnzaad (eerst enkele uren laten wellen in water)
- Chiazaad (eerst enkele uren laten wellen in water)
- Maanzaad
- Darizaad (ontlasting kan hierdoor wit verkleuren)
- Hennepzaad
-
Sesamzaad (wit of zwart)
-
Pompoenpitten (ongezouten, ongebrand)
-
Zonnebloempitten (liefst gepeld)
🌾 Meelhoudende zaden
-
Haver (met schil/oor)
-
Gierst (gele, rode, witte)
-
Boekweit
-
Spelt (met schil/oor)
-
Amarant
-
Quinoa
🌿 Aromatische zaden
-
Venkelzaad
-
Anijszaad
-
Dillezaad
-
Karwij
-
Komijn
-
Korianderzaad
- Mariadistelzaad
-
Nigella (zwarte komijn)
Kant-en-klare natuurlijke mixen
Wil je liever niet zelf samenstellen? Deze kant-en-klare mixen zijn evenwichtig en bevatten een verantwoorde verhouding tussen oliehoudende, aromatische en beperkte meelhoudende zaden:
-
Futterparadies FP GN Saatenmix Kanin
- Futterparadies FP Meeri & Kanin-Mix
- Futterparadies Wildsaatenmix
- Futterparadies Wildsaatenmischung
- Whoopie's Zadenmix

Water
Een drinkbakje is de beste keuze. Dit is de natuurlijkste manier van drinken. Konijnen likken niet in de lucht, maar nemen slokjes uit ondiep water zoals in de natuur. Hierdoor hebben ze hun natuurlijke drinkhouding (kop omlaag), wat nekbelasting voorkomt en onnodige dorst en frustratie.
Uit een flesje moeten ze druppel per druppel drinken, wat trager gaat. Ook kan de tuit verstopt raken, waardoor ze niet meer kunnen drinken. Bovendien wordt dit metaal smoorheet in de zomer, of kan het voor vrieswonden zorgen in de winter bij buitenkonijnen.
Het bakje moet zwaar en stabiel zijn (steen of keramiek) zodat ze het niet kunnen omgooien of erin klimmen.
Een lage, stabiele keramische drinkkom is de beste keuze.
Controleer dagelijks of het water vers is en het bakje schoon.

Vitamine D
Vitamine D is essentieel voor een gezond lichaam. Het helpt bij de opname van calcium en zorgt voor sterke botten, tanden en een goed werkend immuunsysteem.
Zowel konijnen als cavia’s maken vitamine D aan via zonlicht. Meer bepaald de UV-B-straling van de zon. Dieren die buiten leven, krijgen dit vaak vanzelf voldoende binnen.
Bij binnenhuisvesting ligt dat anders: glas houdt UV-B tegen, waardoor de natuurlijke aanmaak vrijwel stopt.
Wat kan je doen?
-
Laat je dieren, wanneer het weer en de veiligheid het toelaten, regelmatig buiten komen in een veilige ren met zon én schaduw.
-
Geen mogelijkheid tot buitenruimte? Dan kan een goedgekeurde UV-B-lamp een oplossing zijn. Plaats deze altijd op veilige afstand en volgens de richtlijnen van de fabrikant. (Opgelet : Niet gebruiken bij albino's)
-
Geef geen vitamine D-supplementen op eigen initiatief: een te hoge dosis kan schadelijk zijn voor lever, nieren en botten.
Een tekort aan vitamine D kan leiden tot zwakke botten, gebitsproblemen of verminderde weerstand.
Een gevarieerd dieet, dagelijks wat zonlicht en voldoende beweging helpen om dit te voorkomen.